• hoofd_banner_01

Vraag en antwoord van ISO 26262 (Deel Ⅲ)

Vraag 9: Als de chip voldoet aan ISO 26262, maar tijdens gebruik nog steeds faalt, kunt u dan een storingsrapport geven, vergelijkbaar met het 8D-rapport van de voertuigregelgeving?
A9: Er is geen noodzakelijk verband tussen chipfalen en falen van ISO 26262, en er zijn veel redenen voor chipfalen, die intern of extern kunnen zijn.Als een veiligheidsincident wordt veroorzaakt door het falen van een chip in een veiligheidsgerelateerd systeem tijdens gebruik, heeft dit betrekking op 26262. Momenteel is er een storingsanalyseteam dat klanten kan helpen de oorzaak van het falen van de chip te vinden. en u kunt contact opnemen met het relevante zakelijke personeel.

Vraag 10: ISO 26262, alleen voor programmeerbare geïntegreerde schakelingen?Geen vereisten voor analoge en interface-geïntegreerde schakelingen?
A10: Als een geïntegreerd circuit van analoge en interfaceklasse een intern veiligheidsmechanisme heeft dat verband houdt met het concept van veiligheid (dwz een diagnostisch en reactiemechanisme om schending van veiligheidsdoelstellingen/veiligheidseisen te voorkomen), moet het voldoen aan de eisen van ISO 26262.

Vraag 11: Zijn er, afgezien van Bijlage D van Deel 5, nog andere referentiestandaarden?
A11: ISO 26262-11:2018 somt enkele algemene veiligheidsmechanismen op voor verschillende typen geïntegreerde schakelingen.IEC 61508-7:2010 beveelt een aantal veiligheidsmechanismen aan voor het beheersen van willekeurige hardwarestoringen en het voorkomen van systeemstoringen.

Vraag 12: Als het systeem functioneel veilig is, wilt u dan helpen bij het beoordelen van de printplaat en de schema's?
A12: Over het algemeen wordt alleen het ontwerpniveau beoordeeld (zoals het schematische ontwerp), de rationaliteit van sommige betrokken ontwerpprincipes op ontwerpniveau (zoals het derating-ontwerp) en of de PCB-lay-out wordt uitgevoerd volgens de ontwerpprincipes (lay-out niveau zal niet te veel aandacht besteden).Er zal ook aandacht worden besteed aan het ontwerpniveau om niet-functionele faalaspecten (bijv. EMC, ESD, etc.) te voorkomen die mogelijk kunnen leiden tot een inbreuk op de functionele veiligheid, evenals aan de eisen voor productie, bediening, service en onderhoud. veroudering geïntroduceerd tijdens de ontwerpfase.

Vraag 13: Kunnen de software en hardware, nadat de functionele veiligheid is gepasseerd, niet meer worden gewijzigd, noch kunnen de weerstand en tolerantie worden gewijzigd?
A13: Als een product dat de productcertificering heeft doorstaan, moet worden gewijzigd, moet in principe de impact van de wijziging op de functionele veiligheid worden beoordeeld en moeten de vereiste ontwerpwijzigingsactiviteiten en test- en verificatieactiviteiten worden geëvalueerd. opnieuw geëvalueerd door de productcertificeringsinstantie.


Posttijd: 17 april 2024